Kruidenmagie 51/52 Pinksterbloem.
Cardamine pratensis (van de weiden) Pinksterbloem.
Bij de Germanen was de pinksterbloem gewijd aan Freya die we kunnen zien als de (Germaanse) goddelijke moeder. De Duitse benaming Muttergottesblume (moeder van God-bloem) herinnert ons hier nog aan.
Bijnaam van de pinksterbloem: schuimkruid.
De koekoek heeft erop gespuugd, cuckoo spit, koekoeksspog, waarin de larven van een schuimcicade zich bevinden. Het zou ongeluk brengen om die gespuugde bloemen te plukken. Of omdat de plant bloeit met de komst van de koekoek. In mei boeketten gold het als ongelukkig en vernietigend.
In sommige delen van Frankrijk werd de Pinksterbloem gevreesd, omdat men dacht dat adders erg op de plant gesteld waren. Wie de bloem plukte, zou binnen een jaar worden gebeten. In Duitsland zou degene die de Pinksterbloem plukte, samen met zijn of haar woning, door de bliksem getroffen worden.
Ze zouden heilig zijn voor de feeën.
Pinksterbloem werd vroeger als rauwkost gegeten, vooral tegen scheurbuik maar ook tegen voorjaarsmoeheid. De bladen kunnen zowel mild als radijsachtig scherp smaken.