Opa B… Schemeren ( 148 )
Opa’s gordijnen zijn
vanavond gesloten als ik voorbij rijd. Vroeg denk ik bij mezelf met deze
prachtige heldere avond lucht.
De zon is nog maar net onder.
En de bovenste takken van de bomen zijn gestopt met hun
diepe buigen. Ze staan met hun half openstaande knoppen fier naar de heldere
hemel te wijzen.
Niet veel later kom ik weer voorbij en is Opa’s raam half vrij van gordijn.
Mijn avonddienst zit er nog niet op , maar besluit toch even
langs Opa te gaan. Opa heeft zijn stoel
gedraaid en zit met zijn rug naar de deur en kijkt diep in gedachten naar
buiten, waar de avond langzaam valt. Ik leg m’n handen zachtjes op zijn schouders en geef hem een kus op zijn witte dons hoofd , die net boven de stoel uit komt.
Hij glimlacht als hij me ziet. ‘Jou had ik niet meer verwacht,’ zegt Opa.
Hij heeft zijn bovenkleding over zijn pyjama heen getrokken,
en zijn voeten rusten op het randje van de eettafel. Zijn tenen wijzen net als de bovenste takken
van de grote robuuste boom recht naar boven.
Wat ben je aan het doen Opa ?, vraag ik.
‘Ik ben aan het schemeren Jo.’ ‘Kijk eens naar die heldere lucht.’ ‘Die
gordijnen kunnen vannacht ook nog dicht.’