Week 2 van 109500 woorden
Ongeveer 4200 woorden gehad, nog 105300 te gaan. Poeh! Dat schiet al aardig op! Week 2 was een week met hele verschillende onderwerpen. En dat is zo fijn aan mijn 365 dagen project. Alles kan, alles mag. Daar hou ik van 🙂 De foto van deze week hoort bij de column over grote broers en kleine zussen, waarbij ze stiekum samen de zojuist gekocht druiven aan het opeten zijn!
Een overzicht van week 2:
8. Verdwaald met een grote D
Ik was gisteren verdwaald. En dat is erg bijzonder in de stad waar ik al 28 jaar woon. Ik was dan ook niet verdwaald op straat, maar in de Douglas. De Douglas is een van de winkels waar ik nooit kom. Maar dan ook nooit. Ik vind het een enge winkel waar je zomaar kan worden besprongen door een over enthousiaste visagiste om je op te maken volgens Douglas standaard. En dan ben je dus opgemaakt in de aller ruimste zin van het woord. Maar ja, ik had van mijn lieve papa een Douglas cadeaubon gekregen en was wel toe aan een leuke cadeautje voor mezelf. Op naar de Douglas dus.
9. o ja, ik had geen koorts...
En dan zit je sinds lange tijd bij de doktersdienst. Voor jezelf deze keer. Best vreemd. Gelukkig is er niet iets ernstigs aan de hand, maar een blaasontsteking is best wel heel lastig. En met een blaasontsteking je weekend ingaan, dat wil je niet.
“Heeft u koorts?” Vroeg de doktersassistente aan de telefoon. Omdat je graag een kuurtje wil zeg je “Ja, en ook heeeeel rillerig”. “In dat geval willen we u graag even zien, anders hadden we zo een kuurtje kunnen uitschrijven.” vertelde de assistente. “Shit,” denk je bij jezelf, “toch langskomen, bah”!
10. Mama uit logeren
Soms, heel soms, hebben wij de luxe om de hele nacht door te slapen. Soms, maar dan ook heel soms. Meestal hebben we die luxe niet. Want met twee kids is er altijd wel eentje die ´s nachts moet plassen, dringend behoefte heeft aan drinken of persé moet delen wat er zojuist is gedroomd. Vaak is een aai over een bolletje of het terugleggen van de deken genoeg om ons peutermeisje en ons kleutermannetje weer te doen slapen. Maar vanochtend helaas niet…
11. Op zoek naar de zon
Alle reclames over vroegboekkortingen en zonvakanties die op tv verschijnen doen me denken aan de vakanties die wij als gezin hebben meegemaakt. Wegens weinig succes zijn ze op twee vingers te tellen. Helaas? Nee hoor, onze tijd komt nog wel.
Ik weet het nog goed, de eerste keer dat we met kleine Vinnie op vakantie gingen. Vanwege het zogenaamde gemak werd het een auto-eigentent-zon-vakantie naar Frankrijk. Nou moet je weten dat het eind juni was, en dat er van echte zon nog weinig te zien was aan de westkust van La France. We hadden voor de westkust gekozen omdat dat niet zo ver rijden was. Nou, dat hebben we geweten!
12. Geef mijn portie maar aan Fikkie
Misschien zou je het gezien mijn honger naar delen niet zeggen, maar ik ben heel preuts. Ik hou van delen, sharing is caring, maar zodra het gaat over seks, poepen, plassen of bloot haak ik af. Echt waar.
Laatst vroeg ik een kennisje hoe het met haar was. Nou, dat heb ik geweten! “Ach ja,” begon ze, “buikgriep hè? Echt joh, het komt er continu van boven en onder uit. Ik ren de hele dag naar de wc!” Dat we in de bus zaten en dat zo’n 30 andere mensen konden meegenieten van haar luidkeelse relaas over haar stoelgang maakte blijkbaar niet zoveel uit. In zo’n situatie word ik misselijk, krijg ik het warm en koud en kom ik niet verder dan een lamgeslagen: “hmm.” Het liefst word ik meteen opgetakeld door een helikopter om heel veel verder op weer te worden gedropt. Mijn oude collega’s hadden er ook een handje van. Om tijdens de lunch elkaars seksleven te bespreken. En dan heb ik dus geen honger meer. Ik wil niet weten wie het al vier maanden niet meer heeft gedaan, of wat er gebeurde na een one-night-stand met collega X. Nee, echt niet. Laat me met rust!
13. Over grote broers en kleine zussen
Als kleine zus van een grote broer moet je heel wat kunnen doorstaan. Grote broers zijn wild en druk. En dwars en sterk. En groot en zwaar. Daar kun je als kleine zus nooit tegenop, hoe hard je ook je best doet.
Als grote broer van een kleine zus moet je heel wat kunnen doorstaan. Kleine zussen zijn heel fragiel. Kleine zussen huilen om alles. En dan krijg jij altijd de schuld. Daar kun je als grote broer nooit tegen op, hoe hard je ook je best doet.
14. Heimwee bestaat
Soms heb ik ineens heimwee naar vroeger. Naar de tijd dat mijn opa´s en oma´s er nog waren. Naar de tijd dat we schuifelden op schoolfeesten. En vooral naar de tijd waarin alles zo lekker ongecompliceerd was. Als je van de trap viel bij de McDonald´s hield je je gewoon 3 dagen schuil. Nu moet je bang zijn dat je niet voor eeuwig op Youtube.com staat. Als je je verkering wilde uitmaken schreef je dat gewoon op een briefje. Nu moet je bedenken wanneer je “relatiestatus” op Facebook veranderd.
De volledige columns (die uit gemiddeld 300 woorden bestaan) zijn te lezen op mijn weblog www.mamakimm.wordpress.com.
Tot volgende week!